Paragraaf financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Inleiding

Treasury gaat over het sturen, beheersen en verantwoorden van het vermogen, de geldstromen, de financiële positie en de bijbehorende risico’s. In het coalitieakkoord 2022-2026 is afgesproken om de reserves beter af te stemmen op de risico’s en te zorgen voor een goede balans tussen investeren en een gezonde financieringspositie. Treasury ondersteunt dit door te zorgen voor een passende financieringsstrategie en zorgvuldig risicobeheer.

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Wettelijk kader

Het treasurybeleid is vastgelegd in landelijke wet- en regelgeving én in eigen gemeentelijk beleid. De belangrijkste kaders daarbij zijn:

  • Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido)
  • Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)
  • Algemene wet bestuursrecht (Awb)
  • Treasurystatuut gemeente Meppel
  • Financiële verordening gemeente Meppel (2023)

Beleid en uitvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Beleid en uitvoering

De uitgangspunten die hierbij gelden zijn:

- de uitvoering van het treasurybeleid is gericht op het zo laag mogelijk houden van kosten en het minimaliseren/beheersen van risico’s;
- de gemeente voert het financieringsbeleid uitsluitend uit in dienst van de publieke taak;
- tot de publieke taak wordt niet gerekend het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomsten;
- sinds de invoering van het schatkistbankieren zijn uitzettingen door de gemeente niet mogelijk;
- middels de liquiditeitsprognose wordt gestuurd op benodigd kort of lang geld. Hierbij wordt uitgegaan van totaalfinanciering, waarbij de wettelijke kaders niet worden overschreden;
- wij geven uitvoering aan het financieel actieplan collegeprogramma 2022-2026.

Ontwikkelingen en rentevisie

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Ontwikkelingen en rentevisie

Ontwikkelingen
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de beleidsrente in juli 2024 ongewijzigd gelaten op 2%, na een eerdere daling vanaf 4%. Omdat de inflatie rond de 2% ligt, wordt voorlopig geen grote verandering verwacht. Tegelijk verlaagt het Rijk de rente op schatkistbankieren, waardoor de opbrengsten voor decentrale overheden afnemen. Dit betekent dat het financiële voordeel uit schatkistbankieren kleiner wordt dan in eerdere jaren.

Rentevisie
Volgens onze liquiditeitenplanning hebben we in 2026 een financieringsbehoefte van € 7 miljoen. Voor deze nieuwe lening rekenen we in de begroting met een rente van 4%. Daarmee houden we rekening met mogelijke stijgingen in de markt.

Na 2026 is de financieringsbehoefte aanzienlijk groter: in de periode 2027 tot en met 2029 wordt in totaal ruim € 49 miljoen aan nieuwe leningen verwacht. Het gemiddelde rentepercentage over de totale portefeuille, inclusief deze nieuwe leningen, komt in 2026 uit rond de 2,5%. Dit gemiddelde blijft lager omdat veel bestaande leningen tegen gunstigere voorwaarden zijn afgesloten.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Risicobeheer

Toegang financiële markten
We hebben een contract met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) voor integraal financieren. Hierdoor is onze toegang tot de financiële markten zeker gesteld.

Externe normen
De Wet Fido kent twee belangrijke regels: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Deze zorgen ervoor dat de rentelasten van de gemeente stabiel blijven.

Schatkistbankieren
Gemeenten zijn verplicht hun liquide middelen grotendeels bij het Rijk te stallen. Banken verzorgen dit via een speciale Schatkistbankieren-werkrekening. Slechts 2% van het jaarlijkse begrotingstotaal mag vrij beschikbaar blijven; voor onze gemeente gaat het in 2026 om circa € 3,6 miljoen.

Netto schuldqoute
De netto schuldquote geeft de verhouding aan tussen schulden en eigen middelen. Onze gemeente blijft onder de norm van 90% en voldoet daarmee aan de streefwaarde.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel kortlopende leningen we maximaal mogen aangaan. De norm is 8,5% van het begrotingstotaal. We hebben nu geen kortlopende leningen en verwachten hier geen wijzigingen.

Kasgeldlimiet 2026 2027 2028 2029
Bedragen x € 1 miljoen
Begrotingstotaal primaire begroting 180 170 161 154
Percentage 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 15 14 14 13

Renterisiconorm
De renterisiconorm uit de Wet Fido moet voorkomen dat de gemeente bij herfinanciering of renteherziening ineens veel hogere rentelasten krijgt. Daarom mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen samen niet meer zijn dan 20% van de totale lasten van de begroting. Nieuwe leningen sluiten we zoveel mogelijk af met een vaste rente voor de hele looptijd. De verwachting is dat de gemeente de komende jaren binnen deze norm blijft.

Renterisiconorm 2026 2027 2028 2029
Bedragen x € 1 miljoen
Begrotingstotaal primaire begroting 180 170 161 154
Percentage 20 %
Toegestane renterisiconorm 36,0 34,0 32,2 30,8
Renteherziening - - - -
Aflossingen 6,9 7,7 7,1 7,9
Ruimte onder renterisiconorm 29,1 26,3 25,1 22,9

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Leningenportefeuille

De financieringsbehoefte hangt vooral samen met het investeringsprogramma, de aflossingen en de hoogte van de uitgaven in de exploitatie. Onze gemeente heeft nu 29 langlopende leningen, afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB).

Het verwachte verloop van de langlopende schulden in de periode 2026 tot en met 2029 is als volgt:

Portefeuille langlopende geldleningen 2026 2027 2028 2029
Bedragen x € 1 miljoen
Leningenschuld per 1 januari 78,1 78,2 89,5 85,5
Verwachting aan te trekken leningen 7,0 19,0 3,0 27,0
Reguliere aflossing -6,9 -7,7 -7,1 -7,9
Leningenschuld per 31 december 78,2 89,5 85,5 104,6

Bij de ontwikkeling van de schuldpositie is rekening gehouden met de leningen die volgens onderstaand schema worden aangetrokken.

Raming nieuw leningen 2026 2027 2028 2029
Bedragen x € 1 miljoen
Kasstroom uit exploitatie 30,0 10,0 8,6 8,0
Kasstroom uit financiering -7,0 -8,0 -7,0 -8,0
Kasstroom uit investeringen -39,0 -29,0 -15,1 -34,0
Kasstroom uit grondexploitaties 9,0 8,0 10,5 7,0
Raming nieuwe leningen -7,0 -19,0 -3,0 -27,0

Verstrekte geldleningen
Wij geven in principe geen geldleningen aan anderen. Alleen als het nodig is voor onze publieke taak en er geen andere manier van financiering is, maken wij een uitzondering. We gaan voorzichtig om met risico’s. Daarom onderzoeken we altijd eerst of de partij die de lening aanvraagt kredietwaardig is.

Overzicht verstrekte leningen aan derden Eind Eind Eind Eind
Bedragen x € 1 miljoen 2026 2027 2028 2029
Woningbouwcorporaties 2,7 2,3 1,9 1,5
Leningen aan deelnemingen
Nutsbedrijven 0,0 0,0 0,0 0,0
Overige leningen
Hypotheken (aflopend) 0,5 0,3 0,2 0,1
Verenigingen en instellingen 0,3 0,3 0,2 0,1
Woonconcept Onroerend Goed BV 2,7 2,8 2,9 2,9
SVN 1,6 1,6 1,6 1,6
Nat Industrieterrein (NIT) p.m. p.m. p.m. p.m.
Totaal verstrekt excl. NIT 7,7 7,3 6,8 6,2

Hypotheken
Dit betreffen leningen aan (voormalige) personeelsleden voor eigen woningbezit. De portefeuille krimpt omdat gemeenten geen nieuwe hypotheken meer mogen verstrekken. Voor de nog lopende verstrekte
hypotheken loopt de gemeente een risico totdat de hypotheek is afgelost.

Woonconcept Onroerend Goed
In 2014 is ruim € 2,1 miljoen huur vooruitbetaald. Deze vooruitbetaling wordt jaarlijks geïndexeerd, waarbij in het laatste jaar de vooruitbetaling wordt verrekend met de verschuldigde huur. De huurovereenkomst is afgesloten voor 40 jaar.

SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten)
Betreft met name starters-, blijvers-, duurzaamheids- en stimuleringsleningen.

NIT (PPS Nat Industrieterrein)
Betreft kapitaalverstrekking van het NIT aan de gemeente Meppel.

Gegarandeerde geldleningen / aangegane verplichtingen

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Gegarandeerde geldleningen / aangegane verplichtingen

Borgstelling scholencampus (Woonconcept Onroerend Goed BV)
Wij staan borg voor een geldlening voor het onderwijspark en sportaccommodatie Ezinge. Hiertegenover staat een eerste hypotheekrecht. Met nieuwe garantstellingen wordt terughoudend omgegaan. Het risico voor de gemeente moet aanvaardbaar zijn.

Achtervang sociale woningbouw
Een soortgelijke regeling, zoals deze geldt voor het eigen woningbezit, bestaat ook voor (sociale) huurwoningen in eigendom van woningcorporaties. Deze borgstellingen/ garanties zijn ondergebracht bij
het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) waaraan ook door de gemeente wordt deelgenomen. Deze regeling houdt in dat de garantieverplichting berust bij het waarborgfonds met een achtervang van de deelnemende gemeente als het waarborgfonds in financiële problemen komt.

Verstrekte borgstellingen en garanties Geraamd per Geraamd per
Bedragen x € 1 miljoen 31-12-2025 31-12-2026
Stichtingen en verenigingen:
Sportverenigingen 0,2 0,2
Subtotaal 0,2 0,2
Eigen woningbezit:
Diverse personen 0,2 0,1
Subtotaal 0,2 0,1
Borgstelling inzake scholencampus:
Woonconcept 42,7 41,9
Subtotaal 42,7 41,9
Sociale woningbouiw
Stichting Actium 17,5 19,0
Stichting Woonconcept 153,0 161,0
Diverse woningstichtingen 4,7 5,0
175,2 185,0
Totaal borgstellingen en garanties 218,3 227,2

In maart 2013 zijn de huurovereenkomsten met de WOG voor de onderwijsruimten en de sportaccommodatie van onderwijspark Ezinge ondertekend. In onderstaande tabel is de huurverplichting voor het jaar 2026 inclusief de totale en de geraamde resterende verplichting ultimo 2026 van de overeenkomst opgenomen.

Aangegane verplichtingen Bedragen x € 1 miljoen Verplichting 2026 Totale verplichting (2014-2053) Geraamde resterende verplichting
Woonconcept Onroerend Goed: Huur onderwijsgebouw Ezinge 2,2 103,2 79,1
Woonconcept Onroerend Goed: Huur sportaccommodatie Ezinge 0,5 24,2 19,4

Rentelasten en –baten

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Rentelasten en –baten

Op basis van de ontwikkelingen en rentevisie worden in het meerjarenperspectief de volgende percentages gehanteerd.

Kortlopende geldleningen
Voor de kortlopende geldleningen (< 1 jaar) gaan wij voor het komend meerjarenperspectief 2026-2029 uit van een licht oplopende rente. 

Langlopende geldleningen
Voor de langlopende geldleningen (> 1 jaar) verwachten wij dat de rente in meerjarenperspectief 2026-2029 zal oplopen.  De gemiddelde rente op de in het verleden aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt 2,50%.

Toerekening van rente
Het renteresultaat wordt verantwoord op taakveld treasury, waar de rentelasten en -baten en de toerekening van de rente worden geraamd. De netto rentelasten worden toegerekend aan verschillende taakvelden (en programma’s). De rente wordt toegerekend aan de taakvelden op basis van een omslagrente van 1%  voor 2026  afgezet tegen de boekwaarde van de activa. 

Renteschema Treasury x €1,0 mln 2026 2027 2028 2029
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 2,3 2,8 3,0 3,4
De externe rentebaten -0,2 -0,1 -0,1 -0,1
Saldo rentelasten en rentebaten 2,2 2,7 2,9 3,3
De rente die aan de facilitaire grondexploitaties (kostenverhaal) moet worden doorberekend 0,0 0,0 0,0 0,0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 2,2 2,7 2,9 3,3
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2,0 3,0 4,2 4,0
Renteresultaat op het taakveld treasury -0,2 0,3 1,3 0,7