De inburgering verloopt via standaard onderdelen die vastliggen in de wet. Afhankelijk van hun niveau kunnen mensen op drie manieren inburgeren:
1.    De onderwijsroute voor jongeren tot 28 jaar met kans op een vervolgopleiding (mbo, hbo, wo);
2.    Taal leren op B1-niveau;
3.    De taal leren op school en meedoen in de praktijk om zelfredzaam te zijn (Z-route).

Inburgeringstrajecten zijn duaal. Leren op school en leren in de praktijk gaan hand in hand. Daarom doen inburgeraars vrijwilligerswerk, stage of werkervaring met ondersteunende coaching en zijn ze actief bij de MensA. Verder doen alle inburgeraars die de Z-route volgen in het eerste jaar een speciaal programma, het Basisjaar. Hierin geeft onze stagecoördinator les over thema’s uit het dagelijks leven en bezoeken ze locaties die voor hen belangrijk zijn, zoals bedrijven, bibliotheek, gezondheidscentrum etc. Daarnaast doen ze sport- en spelactiviteiten, waarbij ze de woordenschat van de week herhalen. Doordat we veel zelf in eigen huis doen, leren we de statushouders goed kennen en kunnen we hen beter bemiddelen naar werk.