Paragraaf financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

In de paragraaf financiering leggen wij verantwoording af over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële risico’s. De gestelde kaders in de begroting en de beleidsnota Financiering zijn hiervoor het uitgangspunt. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële positie en de hieraan verbonden risico’s. 

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Wettelijk kader

Omschrijving (toelichting)

Het beleid is vastgelegd in zowel landelijke wet- en regelgeving als eigen beleid. De belangrijkste wettelijke kaders zijn:
- Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido);
- Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof);
- Algemene wet bestuursrecht (Awb);
- Financieringsbeleid en –statuut gemeente Meppel;
- Financiële verordening gemeente Meppel

Beleid en uitvoering

Terug naar navigatie - Beleid en uitvoering

Omschrijving (toelichting)

De uitgangspunten die hierbij gelden zijn;
- de uitvoering van het treasurybeleid is gericht op het zo laag mogelijk houden van kosten en het minimaliseren/beheersen van risico’s;
- de gemeente voert het financieringsbeleid uitsluitend uit in dienst van de publieke taak;
- tot de publieke taak wordt niet gerekend het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomsten;
- sinds de invoering van het schatkistbankieren zijn uitzettingen door de gemeente niet mogelijk;
- middels de liquiditeitsprognose wordt gestuurd op benodigd kort of lang geld. Hierbij wordt uitgegaan van totaalfinanciering, waarbij de wettelijke kaders niet worden overschreden.

Ontwikkelingen en rentevisie

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en rentevisie

De rentemarkt wordt vaak opgedeeld in de geldmarkt (geldmarktrente) en de kapitaalmarkt (kapitaalmarktrente). Hierbij wordt onder de geldmarktrente de korte rente verstaan en onder de kapitaalmarktrente de lange rente.

De lagere interne rente en is veroorzaakt door enerzijds hogere rentebaten dan begroot en anderzijds lagere rentelasten dan begroot. De hogere rentebaten zijn een gevolg van de hogere rente op de uitgezette middelen bij het Rijk (schatkistbankieren). Daarnaast hebben wij geen leningen aangetrokken waardoor de rentelast lager is dan begroot. 

 

Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie:

In het volgende renteschema is uiteengezet hoe voor 2024 de rente is toegerekend. Het saldo tussen de rente die is toegerekend aan de producten en de werkelijk te betalen rente is verantwoord in het overzicht van Algemene Dekkingsmiddelen.

Het verschil tussen de begroting en realisatie bestaat uit:

  • hogere rentebaten door niet geraamde uitzetting bij schatkistbankieren
  • de aan taakvelden toe te rekenen rente, (renteomslag) is lager vanwege de bijstelling van het omslagpercentage van 1,5% naar 0,5%.  De notitie rente van de commissie BBV verplicht gemeenten de renteomslag opnieuw te berekenen als deze meer dan bij 25% afwijkt van de begrote renteomslag. Dit is bij ons het geval.
Schema rentetoerekenig Realisatie Begroting Realisatie
Bedragen x € 1 miljoen 2024 2024 2023
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 2,3 2,7 2,5
De externe rentebaten -0,8 -0,2 -0,5
Saldo rentelasten en rentebaten 1,5 2,5 2,0
Af: De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 0,8 1,0 0,9
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0,0 0,0 0,0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 0,8 1,5 1,1
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 0,7 1,8 1,2
Renteresultaat op taakveld treasury -0,1 0,3 0,1

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Toegang financiële markten
Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een contract afgesloten voor integraal financieren. Toegang tot de financiële markten is daarmee verzekerd. De financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak. 

Externe normen
Renterisico’s worden binnen de wet Fido onderscheiden in het renterisico op de vlottende schuld (korter dan 1 jaar) en de vaste schuld. Hierbij worden de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gehanteerd als sturingsmiddel, met als doel het verkrijgen van een meerjarige stabiele rentelast

Schatkistbankieren
Het door decentrale overheden aanhouden van overtollige middelen op een eigen rekening-courant bij het ministerie van Financiën.  Doel van deze regeling is door consolidatie de EMU-schuld van Nederland te verlagen.  De drempel van het EMU saldo is niet overschreden. 

Wet Hof
De wet Hof geeft normen voor de hoogte van de overheidsschuld en de jaarlijkse groei van de
overheidsschuld. De beheersing van het EMU-saldo is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het rijk en de decentrale overheden. Immers, de inkomsten en uitgaven van de gehele collectieve sector zijn relevant voor de bepaling van het EMU-saldo. De inkomsten en uitgaven van de decentrale overheden staan niet onder de directe invloed van het rijk. 

Waarborgfonds sociale woningbouw (WSW)
Het WSW staat borg voor leningen die de woningbouwcorporaties hebben afgesloten. Deze maakt het mogelijk dat corporaties met voordelige financiering sociale volkshuisvesting kunnen realiseren. Het rijk en de gemeenten zijn achtervang voor het waarborgfonds. Het WSW heeft een kredietwaardigheid van AAA. 

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort mag worden gefinancierd met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Overschrijding van de norm mag maximaal 2 achtereenvolgende kwartalen. Daarna moet de toezichthouder op de hoogte worden gesteld over de voortgang. Wanneer het liquiditeitstekort structureel dreigt te worden moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. In 2024 is er geen kortlopende lening aangetrokken en wordt er dus voldaan aan de kasgeldlimiet. 

Kasgeldlimiet Bedrag
Bedragen x € 1 mln.
Begrotingstotaal 152
Percentage regeling: 8,5%
Kasgeldlimiet 13

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld (groter of gelijk dan 1 jaar) en heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen mogen niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Dit geldt voor leningen met een looptijd groter of gelijk aan 1 jaar.

Renterisiconorm Bedrag
Bedragen x € 1 mln.
Begrotingstotaal 152,0
Percentage regeling: 20%
Renterisiconorm 30,4