Algemene dekkingsmiddelen

Wat valt er onder dit overzicht?

Terug naar navigatie - Wat valt er onder dit overzicht?

Dit overzicht gaat onder meer over de algemene dekkingsmiddelen. Het kenmerk van deze dekkingsmiddelen is dat ze vrij besteedbaar zijn. Ze zijn dus niet aan een bepaald programma gebonden.
In dit overzicht wordt de gemeentefondsuitkering, de gemeentelijke belastingen, dividend en het saldo op de financieringsfunctie (zoals rente voor- en nadelen) verantwoord. De algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de bestedingen van de programma’s 1 tot en met 12. Daarnaast wordt hier de verplichte post onvoorzien opgenomen.

Specifieke dekkingsmiddelen zijn bijvoorbeeld de opbrengst afvalstoffenheffing, de opbrengst rioolheffing maar ook de specifieke uitkeringen van het rijk zoals de Gebundelde Uitkering (BUIG: zie programma 3). De specifieke dekkingsmiddelen staan opgenomen in de betreffende programma’s in deze begroting. Ze verlagen het saldo van lasten en baten op het betreffende programma.

Beleidskader
- Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
- Financieel toezichtskader provincie Drenthe;
- Financiële verordening en andere beleidsnotities met financieel karakter.

In dit overzicht staan de volgende producten:

Terug naar navigatie - In dit overzicht staan de volgende producten:

Algemene Ondersteuning
Hieronder staan met name de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves en voorzieningen. Ook staat hier de afrekening met de belastingdienst van de btw over voorgaande jaren.

Onvoorziene uitgaven
De post onvoorziene uitgaven bedraagt € 50.000. In 2022 is hierop geen beroep gedaan.

Deelnemingen (dividend inkomsten)
We hebben dit jaar ongeveer € 774.000 aan dividend ontvangen. Het grootste aandeel daarin is N.V. Rendo. In de paragraaf Verbonden partijen worden de deelnemingen toegelicht. De inkomsten uit de deelnemingen in de vorm van dividend worden hier verantwoord.

Belastingen en invorderingen (lokale heffingen)
Hier staat de opbrengst onroerende zaakbelasting (OZB), de Bedrijven Investeringszone (BIZ)-bijdrage die wordt geheven van de ondernemers en de precariobelasting op terrassen.

We hebben ongeveer € 9,8 miljoen aan OZB voor woningen (eigendom) en niet-woningen (zowel gebruik als eigendom) ontvangen. Een afwijking van nog geen 1% ten opzichte van de raming uit de programmabegroting 2022. Ten opzichte van het vorige belastingjaar (= 2021) is de opbrengst verhoogd met een inflatiecorrectie van 1,5% en is een autonome stijging meegenomen als gevolg van verbouw/nieuwbouw. 

In het centrum van Meppel is een bedrijveninvesteringszone (BIZ) van kracht waarvoor ondernemers/pandgebruikers jaarlijks belasting betalen, de BIZ-bijdrage.  De BIZ-bijdrage die we ontvangen (€ 167.000) betalen we grotendeels door als subsidie aan de stichting BIZ centrum Meppel (zie programma 10). Gebruikers betalen alleen een BIZ-bijdrage voor onroerende zaken die voor de onderneming gebruikt worden. Denk bijvoorbeeld aan winkels en kantoren. De BIZ-bijdrage geldt niet voor woningen.

De opbrengst precariobelasting  bedraagt over het jaar 2022  € 57.000 . Deze precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. 

In de paragraaf Lokale heffingen wordt een toelichting gegeven op het beleid en de opbrengsten van belastingen. De kosten van invordering van belastingen en de waardebepaling van de onroerende zaken (Wet WOZ) zijn geraamd in programma 12 Burgerzaken.

Gemeentefondsuitkering

Terug naar navigatie - Gemeentefondsuitkering

Gemeentefondsuitkering
Gemeenten ontvangen geld van het rijk uit het gemeentefonds. Het is de grootste gemeentelijke inkomstenbron. Iedere gemeente mag binnen de wettelijke kaders zelf bepalen waar ze dat geld aan besteed.

Op drie tijdstippen in het jaar komt informatie over de gemeentefondsuitkeringen. In mei, september en december. Mei geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, september geeft de vertaling van de Miljoenennota en december rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af op basis van de Najaarsnota.

Het gemeentefonds kent de volgende soorten uitkeringen:
1) De Algemene uitkering 85%;
2) De integratie-uitkeringen Voogdij 18+, participatie en inburgering 14%;
3) De decentralisatie-uitkeringen 1% (nemen we mee in de Algemene uitkering).

1) Algemene uitkering
De omvang van de Algemene uitkering loopt gelijk op met de uitgavenontwikkeling van een groot deel van de uitgaven van het rijk. Als de uitgaven van de ministeries stijgen, groeit het gemeentefonds verhoudingsgewijs mee. Als de uitgaven van de ministeries dalen door bijvoorbeeld bezuinigingen, dan krimpt het gemeentefonds. Dit heet: 'samen de trap op, samen de trap af' en het wordt ook wel de normeringssystematiek genoemd. Daarnaast kan de omvang van de Algemene uitkering groeien of krimpen als gemeenten er respectievelijk meer of minder taken bij krijgen.

De verdeling van de Algemene uitkering houdt rekening met de verschillen in kosten en draagkracht bij gemeenten. De verdeling komt tot stand via een uitgebreid systeem van maatstaven. De huidige verdeelsystematiek dateert nog van voor de decentralisaties van het Sociaal domein. Met ingang van 2023 vindt onder de gemeenten een andere verdeling plaats van de "landelijke pot" van ruim € 40 miljard. 

2) De integratie-uitkeringen
Ingaande 2019 is een groot deel van de integratie-uitkering Sociaal domein overgeheveld naar de Algemene uitkering. Alleen voor het onderdeel Participatie (het grootste deel is WSW) en Voogdij 18+ en voor inburgering is nog een afzonderlijke uitkering. 

Saldo op de financieringsfunctie (renteresultaat)
Hieronder staan alle rentelasten en rentebaten. De rentelasten worden toegerekend aan de diverse programma’s. Dit gebeurt op basis van een vooraf berekend rentepercentage. De manier van rentetoerekening is voor alle gemeenten verplicht gesteld. Voor 2022 bedraagt het berekende rentepercentage naar alle programma’s 1,5%.  Het renteresultaat (=saldo op de financieringsfunctie) komt op € 134.000. Zie voor meer info de paragraaf Financiering.

Heffing VPB
Hier staat de vennootschapsbelasting op basis van de verwachte resultaten van de grondexploitaties.